de Vergeten Koningin Passie voor Elzaswijn
schilderachtige dorpen langs de wijnroute,
2000 jaar wijngeschiedenis
Blienschwiller
In de prehistorie bewonen de Neanderthalers dit gebied; in het millenium voorafgaand aan onze jaartelling vestigen vanuit Midden-Europa eerst de Kelten en later de Germanen zich in de Elzas. We mogen aannemen, dat er in die tijden ook al wilde druivenstruiken groeien, maar over de wijnconcumptie in deze periode is ons niets bekend. Het zijn de Romeinen, die de gecultiveerde wijnstruiken in de Elzas introduceren.
Zij zijn in 58 v.Chr. de Elzas binnengevallen, waarmee de Rijn de grens van het Romeinse Rijk wordt. Bekend als zij zijn met Italiaanse wijn, herkennen ze de mogelijkheden van de hellingen langs de Vogezen. Ze planten er druivenstokken en de resultaten zijn al snel goed, beter zelfs dan de wijnen uit Italië, die fors aan kwaliteit verliezen tijdens de lange reis van Italië naar de Elzas.
De invallen van de Alemannen doen de wijnbouw geen goed, maar met de machtsovername van Clovis krijgt de wijnbouw een nieuwe impuls. Hij komt uit de dynastie van de Merovingers, verslaat de Romeinen definitief in 486 en wordt door alle Frankische stammen als koning erkent. Hij verovert uiteindelijk vrijwel geheel Frankrijk (Gallië) en deel van Zuid-Duitsland.
kloosters zorgen voor wijngaarden
Als gelovig christenmens stimuleert Clovis religieuze orden zich in de Elzas te vestigen. En ook zijn opvolgers geven de kerk en haar instituties alle ruimte. Dat betekent dat kerk’vorsten’ en kloosters ook grote bezittingen verwerven. Er worden in de eerste eeuwen van de Middeleeuwen veel kloosters gesticht in de Elzas. Naar verluid zijn het er rond het jaar 700 al zeker 40.
En bij die geestelijke bezittingen horen ook veel wijngaarden. De beschikbaarheid van miswijn is daarmee verzekerd, maar de productie is ruimschoots voldoende om door verkoop van wijn ook extra inkomsten te genereren. De archieven van de kloosters en kerkelijke instituties tonen een schier eindeloze rij aan wijngaard-bezittingen. En de kloosterordes kijken verder dan hun neus lang is; zo verwerft het klooster van Wissembourg (in het Noorden, tegenwoordig aan de Duitse grens) niet slechts wijngaarden in de directe nabijheid, maar ook in Blienschwiller en Marlenheim, later ook in Wolxheim.
De domeinen van de abdij van Marmoutier, ander voorbeeld, reiken tot aan Beblenheim en Marlenheim. De kelders van die abdij zijn groot genoeg om zesduizend hectoliter wijn op te slaan. Overigens slagen ook kloosterorden uit bijvoorbeeld Zwitserland er in wijngaarden in de Elzas in hun bezit te krijgen. Het bisdom van Straatsburg, laatste voorbeeld, verwerft aan het begin van de 7e eeuw
een uitgestrekt (wijn)gebied rondom Rouffach, met de (nu Grand Cru) Vorbourg als kloppend hart.
We kunnen dus zonder overdrijving vaststellen dat het vooral de monniken zijn, die de verantwoordelijkheid mogen opeisen voor de groei en bloei van de de wijngaarden in de Elzas en voor de (verhoging van de) kwaliteit van de wijn.
Bloeiperiode: 8e tot 16e eeuw
In de 8e eeuw is er al sprake van export van Elzaswijnen, vooral op initiatief van de bisschop van Straatsburg die, zoals eerder aangegeven, veel wijngaarden in bezit heeft. Via de Rijn komen de wijnen tot in Scandinavië en Engeland. In de 12e eeuw zijn de Elzaswijnen wijd en zijd bekend en hoog geprezen. Specifieke wijngaarden worden genoemd en geroemd, zoals Kastelberg, Moenchberg, Niedermohrswihr, Hengst en Rangen.
In de 13e eeuw rekent men de Elzas-wijnen tot de beste van Europa. Ze zijn ook goed bekend in Engeland, waar ze worden verkocht onder namen als Ryneys, Rinois of Renois (verwijzend naar de Rijn), of als Aussey, Osey of Aussai (verwijzend naar Alsace -Elzas). In 1300 worden maar liefst 172 dorpen genoemd als producent van de beste wijnen in de Elzas.
In verval tot 1945
Achteraf kan je vaststellen dat met de start van de 17e eeuw de Elzaswijn een zeer donkere periode ingaat, die uiteindelijk, enkele oplevingen daargelaten, eigenlijk tot na de Tweede Wereldoorlog duurt. De gehele 17e eeuw overheersen de slechte oogsten. Het eerste decennium levert soms al zoveel sneeuwval op, dat men de wijnstokken nauwelijks meer kan zien. Diverse aaneengesloten periodes van soms langer dan tien jaar is het weer zo slecht, dat er bijna geen druiven te oogsten zijn.
De Dertigjarige Oorlog levert de ene na de andere plundertocht op; als het niet de Zweden zijn, dan zijn het wel de Spanjaarden. De bevolking raakt gedecimeerd. In Bergheim bijvoorbeeld overleeft maar 10% van de bevolking de oorlog. Veel van de wijngaarden worden in deze jaren verwoest, wat desastreuze gevolgen heeft voor het economische en sociale leven. De wijnhandel komt vrijwel stil te liggen. Exporteert Colmar rond 1600 nog twaalf miljoen flessen per jaar, in de oorlog zijn dat er nog een schamele 2 miljoen. Uit pure noodzaak worden er veel nieuwe wijngaarden aangelegd, vaak in de eenvoudiger te bewerken ‘vlakte’.
De Franse Revolutie van 1789 zorgt voor een ingrijpende wijziging van de eigendomsverhoudingen in Frankrijk. Dat heeft ook z’n weerslag op de wijngaarden, die eeuwenlang in bezit zijn geweest van kloosters, kerkelijke instanties en adellijke heren. De grote wijngaarden van de ‘klasse-vijanden’ worden onteigend, opgesplitst en herverdeeld. In de geschiedenis van heel wat wijnfamilies vind je terug dat ze rond deze tijd aan nieuwe wijngaarden komen.
Het aantal wijnboeren is vooral door die herverkaveling enorm toegenomen. In 1854 zijn er alleen al in de Haut-Rhin 56.000 eigenaren in 185 gemeenten, die samen goed zijn voor ruim 11.000 hectare.
Het is Chrétien Oberlin , die in 1876 als eerste de phylloxera ontdekt in de Elzas. In een mum van tijd raast deze uit de Verenigde Staten afkomstige dodelijke ziekte door de wijngaarden van Europa, een spoor van verwoesting achterlatend. Naar schatting bijna de helft van de wijngaarden in de Elzas raakt vernietigd. Maar het is niet alleen de phylloxera die de wijnbouw bedreigt, in de jaren 1880-1910 is er sprake van een hausse aan ziektes, zoals de meeldauw en de valse meeldauw (peronospera), en ook rupsen- en keverplagen.
De Tweede Wereldoorlog brengt weer een Duitse bezetting. De Elzas lijdt, zeker tegen het einde van de oorlog, verschrikkelijk onder het oorlogsgeweld. De gevechten en bombardementen vagen hele dorpen weg. Duizenden doden en gewonden, gedwongen dienstplicht in het Duitse leger, vooral aan het Oostfront, de Elzas is bij de bevrijding een gehavend, verwoest en gekwetst land. Om dan over het lot van de wijngaarden te spreken is bijna een gotspe. Maar er werd veel gerooid door de Duitsers om de productie van aardappelen te verhogen. En het blijft bizar dat de prijzen van de wijn dan hoog zijn; een bezettingsmacht heeft altijd dorst.
De wederopstanding
Meteen in november 1945 wordt verordonneert dat Riesling, Gewurztraminer, Tokay Pinot gris, Muscat, Klevener, Pinot blanc, Pinot noir en Sylvaner de erkende druivenrassen zijn voor de Elzas. Dat gaat overigens wel gepaard met een 20-jarige overgangsperiode. De bevrijding komt met enkele zeer goede wijnjaren. Dat kunnen de wijnboeren wel gebruiken. Er moet veel worden hersteld en opgebouwd, veel investeringen in wijngaard en wijnkelder zijn vereist. Dat brengt wijnboeren in veel gemeenten er toe om de handen ineen te slaan. De jaren veertig en vijftig laten een hausse zien in de oprichting van Caves coöperatives. In bijvoorbeeld Bennwihr, Sigolsheim, Kienstzheim en Kaysersberg, Ingersheim, Pfaffenheim, Turckheim, Beblenheim en Eguisheim (thuisbasis van Wolfberger) worden samenwerkingsverbanden opgezet, die vooral gericht zijn op de vinificatie, de opslag, de botteling en de commercialisatie van de wijnen.
Rond 1960 is er maar een kleine markt voor de Elzaswijnen. Maar alle inspanningen op het gebied van regelgeving, kwaliteitsverbetering, promotie & toerisme, herstel prestige-wijngaarden enz. enz. beginnen wel hun vruchten af te werpen. De export van Elzaswijn vertienvoudigt in de periode 1960-1990, om in 2000 recordhoogtes te bereiken. Duitsland is de grootste afnemer, daarna volgen Nederland (!), België, Denemarken en Engeland. Het wijnbouwareaal groeit naar ruim 13.000 ha. in 1991 en ruim 15.000 in 2010. In 2010 is België de grootste importeur van Elzaswijnen, gevolgd door Duitsland en Nederland. De kiemen voor de Renaissance van de Elzas-wijnen zijn gelegd.
Het beeld van de wijnbouw in de Elzas is rijk geschakeerd. Rond 1970 voert ruim 80% van de wijnboeren een gemengd landbouwbedrijf; een kwart doet er ook nog veeteelt bij. Ze hebben een zeer verbrokkeld bezit aan wijngaarden , die een gemiddelde omvang hebben van maar iets meer dan 1 hectare. Bedenk daarbij dat ongeveer de helft van hen een bezit heeft van meer dan 2 ha, en je realiseert je dat de andere helft eigenlijk maar een paar struikjes heeft. De wijngaarden zijn meestal in eigendom; slechts 10% bewerkt uitsluitend huur-wijngaarden.
In de periode van 1970 tot heden zie je als algemene trend dat het aantal kleine wijnboeren sterk daalt. Hun wijngaarden (die vaak verdeeld zijn over vele kleine stukjes) worden opgekocht door andere wijnboeren, die daarmee hun areaal uitbreiden en zo hun wijnbedrijf levensvatbaarder maken. Uit de administratie van de wijnhandel blijkt dit ook: het aantal AOC-declaraties per jaar daalt gestaag van zo’n 12.000 naar ongeveer 10.000 nu. De gezonde basis voor de bedrijfsvoering verleidt ook meer wijnboeren om het hele proces van wijnbouw tot verkoop zelf ter hand te nemen. De zelfstandige wijnboeren, de vignerons indépendants, zien hun marktaandeel groeien tot zo’n 25%. Die ontwikkeling loopt gelijk met de sterke afname van de bulkverkopers en de druivenverkopers. De wijnbouw, maar vooral het zèlf wijn maken, leeft volop in de Elzas.
De Elzas werkt hard om tegen alle vooroordelen in zijn aloude faam weer in ere te herstellen. Alsof het is afgesproken, neemt de laatste jaren een nieuwe generatie de leiding over. Velen daarvan volgen een opleiding in Rouffach aan de landbouw- en wijnbouwschool, velen ook zijn gediplomeerd vinoloog en/of oenoloog. De jonge generatie heeft vaak eerst de wereld verkend met stages in Australië, Nieuw-Zeeland, Californië, Bourgogne en Bordeaux. Men neemt afscheid van tradities, stort zich vol overgave op biologisch of biodynamisch werken en sommigen slagen erin een grote exportmarkt (naar Japan, Engeland, Verenigde Staten enz.) te ontsluiten. Langzamerhand nemen ook wijnboeren uit de Elzas een plaats in in de internationale elite, waar zelfs Parker niet meer om heen kan. Domeinen als bijvoorbeeld Zind-Humbrecht, Kreydenweiss, Josmeyer, Weinbach (Faller), Trimbach en Albert Mann hebben de Elzas als regio voor kwaliteitswijn op de kaart gezet. Maar vergis je niet, ook de niet beroemde wijnboeren maken fantastische wijnen. Het is de kunst en het plezier juist die te ontdekken.
Bernardvillé
de wijndorpen van de Elzas:
Albé
Avolsheim
Balbronn
Beblenheim
Bennwihr
Bergbieten
Bergholtz
Bergholtz-Zell
Bernardswiller
Bernardvillé
Bischoffsheim
Boersch
Bourgheim
Cernay
Châtenois
Cleebourg
Dahlenheim
Dangolsheim
Dieffenthal
Dorlisheim
Eichhoffen
Ensisheim
Ergersheim
Gertwiller
Gimbrett
Goxwiller
Gueberswihr
Hattstatt
Heiligenstein
Herrlisheim
Houssen
Hunawihr
Husseren
Ingersheim
Itterswiller
Katzenthal
Kientzheim
Kintzheim
Kirchheim
Kuttolsheim
Leimbach
Lipsheim
Marlenheim
Mittelwihr
Molsheim
Munster
Mutzig
Niedermorschwihr
Nordheim
Nothalten
Oberhoffen
Obermorschwihr
Obernai
Odratzheim
Orschwihr
Orschwiller
Ostheim
Osthoffen
Ottrott
Pfaffenheim
Raedersheim
Reichsfeld
Riedseltz
Rodern
Rorschwihr
Rosenwiller
Rosheim
Rott
Rouffach
Saint-Hippolyte
Saint-Nabor
Saint-Pierre
Scharrachbergheim - Irmstett
Scherwiller
Seebach
Sélestat
Sigolsheim
Soultz
Soultz-les-Bains
Soultzmatt
Steinbach
Steinseltz
Stotzheim
Thann
Traenheim
Uffholtz
Vieux-Thann
Villé
Voegtlinshoffen
Walbach
Wangen
Wattwiller
Westhalten
Westhoffen
Wettolsheim
Wihr-au-val
Wintzenheim
Wissembourg
Wolxheim
Wuenheim
Zellenberg
Zellwiller
Zimmerbach
COPYRIGHT © 2012 | ALL RIGHTS RESERVED
PRIVACY STATEMENT | TERMS & CONDITIONS