Met een hoogte van 250 tot 420 m. is de Zinnkoepflé (Grand Cru in 1992) de op een-na-hoogste wijngaard van de Elzas. Onze heidense voorouders hielden op deze heuvel – noordelijk van Soultzmatt, grenzend aan het dorp - hun zon-aanbiddingen (de naam houdt daarmee waarschijnlijk verband ). De heuvel is niet alleen bekend om z’n wijn, er zijn ook waterbronnen die naar verluid een geneeskrachtige werking hebben. Het valt niet uit te sluiten dat de bisschoppen van Bazel en Straatsburg, die hier dankzij de gulle gaven van Dagobert grote bezittingen hebben, ook spirituele bedoelingen hadden. De zonaanbidders van de Zinnkoeplé en de heksenvereerders van de daartegenover liggende Bollenberg konden wel wat geestelijke bijstand gebruiken.

Achter de bescherming biedende Petit Ballon is de Zinnkoepflé gevrijwaard van koude en storm. In dit welhaast subtropische microklimaat groeien zelfs citroenen en sinaasappels. Dat is ook de verklaring dat de Zinnkoepflé de meeste Vendanges tardives produceert. De Gewurztraminer staat het meest aangeplant op de bodem van kalksteen en zandsteen. Het zijn vooral wijnboeren uit Soultzmatt en Westhalten die hier de wijngaarden exploiteren. Château d’ Orschwihr is voorzover ik weet de enige “buitenstaander”. Eric Rominger (Westhalten) verdient een aparte vermelding: hij heeft een zwak voor de Riesling die hij het liefst voor een verre toekomst fabriceert; zeker vijftig jaar opleggen.

Overigens zijn er, opmerkelijk genoeg, ook wijnboeren die hun gaarden op de Zinnkoepflé exploiteren buiten de voorschriften van de Grand Cru.

terug naar GRAND CRU