gc kitterle

de Vergeten Koningin Passie voor Elzaswijn

Grand Cru Kitterlé (Guebwiller)

Trots en steil verheft de Kitterlé (Grand Cru erkenning in 1983) zich aan de rand van Guebwiller, op een hoogte van 270 tot 360 m. De licht zanderige bodem, deels gemengd met vulkanische restanten, wordt op z’n plaats gehouden door immense muren van los op elkaar gestapelde stenen. De totale lengte van die muren bedraagt maar liefst 40 kilometer. Deze terrasbouw staat een beperkt rendement toe. Er staat vooral Riesling aangeplant.

 

Van oorsprong bekend als ‘Haut-Saering’, gelegen naast de Saering, is er over het onstaan van de naam Kitterlé (eerst Kütterlé) een mooie legende. Die verhaalt over een arme, eigenwijze wijnboer die onder de hoon van zijn dorpsgenoten de steile berg kiezel voor kiezel, steen voor steen ombouwde tot terrassen, waar hij wijnstokken plantte. Pas toen men het resultaat proefde, moest men erkennen dat het eerste klas wijn was. De naam van deze halsstarrige doorzetter: Kuter. Van nog langer geleden, uit de Germaanse mythologie, dateert het verhaal dat het Odin was die de vallei van Guebwiller zo vruchtbaar maakte. Verwond door een wild zwijn was elke bloeddruppel de verwekker van nieuwe bloemen en planten. Nog een andere uitleg: in het Duits-Schwabische dialect staat ‘kuter’ voor een grote wilde kat. Die zou zich op de hellingen hebben opgehouden, ooit.

 

De Kitterlé wordt voor het eerst genoemd in 1699. In die tijd introduceren de wijnboeren van Gubewiller ook een soort van ‘appellation d’ Origine’. De wijnen worden vanaf 1830 onder eigen naam verkocht. Schlumberger, Dirler-Cadé (Bergholtz) en het Château d’ Orschwihr hebben hier percelen.

 

terug naar GUEBWILLER

 

terug naar GRAND CRU

 

COPYRIGHT © 2012 | ALL RIGHTS RESERVED

PRIVACY STATEMENT | TERMS & CONDITIONS